Nieuwe zomerexpo ‘De Intrede van Christus in Brussel in 1889 in detail’ in het James Ensorhuis

De laatste maanden van Ensor2024 zijn ingezet. Maar ook het zomerprogramma rond de befaamde kunstenaar is tot de nok gevuld met activiteiten. Op 27 juni opent de tweede tijdelijke tentoonstelling in het James Ensorhuis zijn deuren. 'De Intrede van Christus in Brussel in 1889 in detail' is gepland van 27 juni en is te zien tot 1 september. Zoals de naam al aangeeft staat het werk 'De Intrede van Christus in Brussel in 1889’ daarin centraal. Curator Xavier Tricot schreef een boek rond het wereldberoemde Ensorwerk en geeft nu extra duiding via een boeiende expo.

De Intrede, hét internationale meesterwerk van Ensor

Tijdens het jaar 1889 schildert James Ensor een monumentaal doek dat zijn magnum opus zal worden: De Intrede van Christus in Brussel in 1889. De betekenis van het werk binnen de moderne Europese schilderkunst kan moeilijk worden overschat. Het werk is één van de meest complexe schilderijen ooit geschilderd. Pas veertig jaar na zijn voltooiing werd het monumentale doek voor het eerst publiek tentoongesteld op de retrospectieve van James Ensor in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel in 1929.  Het werk was tot dan toe gezien en gekend door een beperkte groep bezoekers en ingewijden. Sinds de aankoop van het werk in 1987 door het J. Paul Getty Museum (Los Angeles) heeft De Intrede een ware cultstatus verkregen. Het werk is de inspiratiebron geweest voor tal van kunstenaars uit de 20ste en begin 21ste eeuw.

In het Ensorhuis bevindt zich een kopie op ware grootte, exact op de plaats waar het origineel hing (Blauwe salon). Xavier Tricot publiceerde over dit werk een belangrijk boek en geeft nu als curator duiding bij bepaalde personages, vlaggen en opschriften. Het grote wandtapijt dat van De Intrede gemaakt is, wordt eveneens geëxposeerd.

De tapisserie naar de Intrede

Rond 1929 vatte de kunsthistoricus Paul Haesaerts het idee op om van de Intrede een versie in wandtapijt te laten vervaardigen in het Manufacture nationale de tapis, tapisserie et tissus d’art de Saedeleer in Etikhove (bij Oudenaarde). Het atelier werd gerund door Elisabeth de Saedeleer (1902 – 1972), dochter van de Vlaams landschapsschilder Valerius de Saedeleer (1867 – 1941). Paul Haesaerts was niet alleen kunsthistoricus maar eveneens amateur-schilder en ontwerper voor wandtapijten. Wellicht in samenspraak met James Ensor vervaardigde Paul Haesaert een carton van de Intrede dat uit vier verticale kalkbladen bestaat waarop het onderwerp van het schilderij in gouache en olieverf werd gekopieerd. Deze bladen werden naderhand op een doek gekleefd met als maten 240 cm op 410 cm. De uitvoering in wandtapijt werd uiteindelijk niet gerealiseerd.

De heer Bart Gielen besliste in 2007 om het wandtapijt te realiseren. Alle vormen en tinten van het doek werden overgezet op kalkpapier. Aan de hand van het kalkpapier werd het wandtapijt geknoopt in wol en zijde in een handwerkatelier in de nabijheid van Peking. 

Na maanden intens werk, werd het wandtapijt afgewerkt begin oktober 2008. Het werd voor het eerst tentoongesteld op de tentoonstelling “Ensor & Raveel” in het Raveelmuseum te Machelen-aan-de-Leie, van 19 oktober 2008 tot 22 februari 2009. Het wandtapijt, dat het nummer 0/3 draagt, werd intussen geschonken door de heer Bart Gielen aan de Stad Oostende. Het werk is uniek, daar de drie andere geplande exemplaren nog niet werden gerealiseerd. 

De tijdelijke tentoonstelling is tijdens de zomervakantie dagelijks te bezoeken, mits reservatie op voorhand via de website. Bracht je eerder al een bezoek aan het Ensorhuis en belevingscentrum en kom je enkel voor de tentoonstelling? Koop in dat geval je ticket aan de kassa, je hoeft geen rekening te houden met tijdsloten.

Bij deze tentoonstelling hoort een publicatie beschikbaar in het Nederlands, Frans en Engels. Deze wordt verkocht voor €3.